
Landschappen
Het landschap is een belangrijk thema in het werk van Wil Friesen. Zijn landschapsbeelden hebben bijna altijd een geheimzinnige inhoud. Nooit gaat het bij hem om de volmaakte schoonheid van de natuur. Zijn werken lijken slordig te zijn afgewerkt, met vegen, gedeeltelijk weggevallen of vervaagde beelden, daaroverheen soms rood geverfde krassen of druipers. Meestal overheersen sobere kleuren. Onheilspellend zijn ze misschien wel. Ze geven de kijker het gevoel dat de landschappen meer weten dan ze laten zien.
Voor Wil Friesen zijn het de hoeders van geheimen. De natuur, de bomen, de struiken, de vlaktes in de landschappen, zij weten wat er op de plekken in hun nabijheid is gebeurd, zij kennen de geheimen. In de aard van hun zijn ligt het vermogen om de sporen van gebeurtenissen in het landschap langzaam maar zeker te verbergen. De planten, bomen en struiken, ze zeggen niets en groeien door. De sporen verweken in de door regen verzadigde bodem. De wind verwaait de zandkorrels en legt ze als een nieuwe laag over de plek waar het gebeurde. Zand erover….
De eeuwige kringloop van de natuur, leven-dood-leven. Het geeft zekerheid, vertrouwen, juist in het leven!

Emulsie erosies
Het analoge fotografische materiaal kan op velerlei wijze worden gebruikt. Voor wie het wil onderzoeken biedt het eindeloze mogelijkheden om op niet voor de hand liggende manieren tot boeiende beelden te komen.
Het ligt in de werkwijze van Wil Friesen opgesloten om, ten minste een (klein) deel, van deze mogelijkheden te gebruiken. Zo heeft zijn onderzoek naar de eigenschappen van de fysieke beeldlaag van de analoge foto hem onder andere gebracht bij de mogelijkheid om deze beeldlaag in zijn samenstelling te veranderen. Dat kan uiteraard op veel manieren. Ga er maar met een scherp mes overheen… Maar het kan ook door een traditionele foto enkele dagen tot een week, in een bak met water te leggen. De emulsie wordt zacht en als er niets wordt gedaan drijft de beeldlaag in stukjes van de papieren drager af. Maar als de foto op tijd uit het water wordt gehaald kan de emulsie als inkt of verf worden gebruikt. En kunnen er tekeningen worden gemaakt of mono-prints. Of de zachte emulsielaag kan worden gereduceerd door er een vloeipapier stevig in direct contact mee te brengen en het vervolgens weer terug te nemen. Door met harde voorwerpen (bijv. een stomppuntig stukje hout) over het vloeipapier te krassen of ’tekenen’ kan de weke beeldlaag ook worden beïnvloed (mono-print principe).
De door de langdurige inwerking van water week geworden emulsielaag kan ook tot een nieuwe ordening leiden van de fysieke bestanddelen van de emulsielaag op de papieren drager. Soms ontstaan hierbij heel fijn generfde structuren. Het moment waarop de foto uit het water wordt gehaald is heel belangrijk.
Bij het werken met weke emulsie geldt vrijwel altijd dat het uiteindelijk resultaat (deels) ook het gevolg is van toeval. Er kan maar beperkt worden gestuurd tijdens dit proces. Dit past ook wel in de werkwijze van Wil Friesen. Zeker omdat hij het toeval tot zijn beeldvormende partner heeft verklaard. Hoe het ook zij, voor hem staat voorop dat het resultaat associaties met het landschapsbeeld moet oproepen. En dat lukt niet altijd…

Glasnegatieven
Wil Friesen heeft een aantal jaren geleden een vrij grote partij glasnegatieven kunnen verwerven. De staat waarin hij ze heeft overgenomen was ronduit slecht. Aan elkaar geplakte stapeltjes in door vocht aangetaste kartonnen doosjes die op hun beurt weer in een versleten rieten mandje waren opgeborgen. De negatieven zijn uit België afkomstig en dateren waarschijnlijk uit de jaren dertig, veertig van de vorige eeuw. Ze moeten een hele lange tijd onder de meest barre omstandigheden in een vochtige omgeving zijn bewaard. De in doosjes opgeborgen glasnegatieven waren vrijwel allemaal aan elkaar geplakt. In veel gevallen was de emulsie aangetast terwijl het van elkaar los maken van de negatieven de emulsie nog verder beschadigde. Hoewel het allemaal studioportretten zijn, gemaakt met een grootformaat platencamera, hebben de negatieven geen kunsthistorische waarde. Daarvoor zijn ze teveel beschadigd en is ook de kwaliteit van de opnames twijfelachtig. Het is ook niet duidelijk of het hier om het werk van een beroepsfotograaf gaat. Ze zijn niet genummerd of anderszins gekenmerkt voor archivering. Een beroepsfotograaf hanteert meestal wel een systeem met behulp waarvan hij negatieven kan terugvinden. Misschien werd het fotograferen als nevenactiviteit uitgeoefend. En daardoor was het ook betaalbaar voor de gewone mens. Want het zijn gewone mensen die zich hebben laten portretteren.
Ongeacht de onbeantwoorde vragen over de herkomst zijn de glasnegatieven van onschatbare waarde voor Wil Friesen. De beschadigingen die in de loop van de tijd zijn ontstaan vormen voor hem een waardevolle toevoeging. Als je zijn portfolio bekijkt, waarin eigenlijk geen enkel ‘perfect’ fotowerk is te zien, is dat ook wel te begrijpen. De partij glasnegatieven was, en is nog steeds, een grote uitdaging voor hem om er iets mee te doen dat het tot zijn werk maakt en niet tot het werk van de Belgische fotograaf die de portretten heeft gemaakt. Intussen zijn er vier varianten gemaakt en gaat de zoektocht verder.